Wat is obesitas?

Obesitas is een term, die iemand aanduidt met een Body Mass Index (BMI) van 30 of meer. Dat betekent dat je een te hoog gewicht hebt in verhouding tot je lengte. Je komt aan in gewicht wanneer je meer calorieën inneemt dan je verbrandt. Door te veel te eten en te weinig te bewegen stapelen de calorieën zich op, met gewichtstoename tot gevolg.

Je kan op twee manieren te weten komen of je obesitas hebt. Je kan je BMI berekenen of je buikomvang meten.

  • BMI is een ruwe berekening van het gewicht van een persoon in verhouding tot de lengte. Dit getal wordt wereldwijd gebruikt als een indicator voor overgewicht. Om je BMI te bereken deel je je gewicht door je lengte (in meter) in het kwadraat.
  • De buikomvang is een goede maat voor de hoeveelheid lichaamsvet. Bij vrouwen is er sprake van een vergrote buikomvang als deze groter is dan 90 cm, bij mannen als deze groter is dan 100 cm.

Obesitas leidt tot veel meer dan alleen gewichtstoename. Een hoge verhouding tussen lichaamsvet en spieren zorgt voor belasting van uw botten en uw inwendige organen. Deze aandoening verhoogt ook het risico op ernstige ziektes, zoals diabetes type 2, hartaandoeningen en kanker.

 

Veel voorkomende oorzaken van obesitas zijn:

Obesitas leidt tot veel meer dan alleen gewichtstoename. Een hoge verhouding tussen lichaamsvet en spieren zorgt voor belasting van uw botten en uw inwendige organen. Deze aandoening verhoogt ook het risico op ernstige ziektes, zoals diabetes type 2, hartaandoeningen en kanker.

Veel voorkomende oorzaken van obesitas zijn:

  • Het eten van voedingsmiddelen met veel vetten en calorieën;
  • Inactieve en sedentaire levensstijl;
  • Onvoldoende slaap, wat kan leiden tot hormonale veranderingen waardoor je je meer hongerig voelt en naar bepaalde calorierijke voedingsmiddelen hunkert;
  • Genetica, die van invloed kunnen zijn op hoe het lichaam voedsel verwerkt tot energie en hoe vet wordt opgeslagen;
  • Ouder worden, wat kan leiden tot minder spiermassa en een langzamer metabolisme, waardoor het gemakkelijker wordt om aan te komen;
  • Zwangerschap (kilo’s aangekomen tijdens de zwangerschap zijn vaak moeilijk om te verliezen).
  • Een complexe mix van genetische, omgevings- en psychologische factoren kan iemands risico op obesitas verhogen. Bepaalde medische aandoeningen en genetische factoren kunnen leiden tot gewichtstoename. Ook je omgeving kan een invloed hebben op hoe en wat je eet en hoe actief je bent.
  • Andere factoren die soms leiden tot gewichtstoename:
  • Depressie, als een individu zich wendt tot voedsel voor emotioneel comfort;
  • Stoppen met roken, als je niet genoeg aandacht besteedt aan je dieet en lichaamsbeweging;
  • Medicijnen zoals corticosteroïden en bepaalde antidepressiva of anticonceptiepillen.

Wat zijn de symptomen van obesitas?

Je hebt obesitas als:

  • Je BMI hoger is dan 30;
  • Je buikomtrek meer is dan 90 cm (bij vrouwen), en meer dan 100 cm (bij mannen).

Als je obesitas hebt, heeft dat grote gevolgen voor je lichaam. Je hebt meer kans op bepaalde ziekten en aandoeningen, zoals:

  • Hart- en vaatziekten;
  • Hoge bloeddruk;
  • Suikerziekte (diabetes type 2). Dat kan weer leiden tot hart- en vaatziekten, of klachten aan ogen, nieren, zenuwen en voeten.
  • Artrose;
  • Kanker;
  • Lage rugpijn;
  • Spierpijn;
  • Slaapstoornissen;
  • Kortademigheid;
  • Transpiratie.

Obesitas is niet alleen iets lichamelijks, maar heeft ook psychische gevolgen. Mensen met ernstig overgewicht hebben over het algemeen weinig zelfvertrouwen of kampen met depressie.

Wat kan je zelf doen?

Als je zwaarlijvig bent en je kan zelf moeilijk afvallen, zoek dan medische hulp. Begin met jouw huisarts, hij kan je indien nodig doorverwijzen naar een diëtist.

Informeer je over betere voedselkeuzes en volg een gezond dieet dat voor jou werkt. Kies voor voedzaam voedsel zoals fruit, groenten, volle granen en magere eiwitten. Eet vetrijk, calorierijk voedsel met mate. Laat alle frisdranken, alcohol, tussendoortjes (chips, nootjes, koekjes, kant-en-klare maaltijden) achterwege.

Verhoog je dagelijkse activiteit tot 5 uur per week. Streef naar dagelijkse inspanningen (wandelen, zwemmen, fietsen) gedurende 20 tot 30 minuten. Volg een gestructureerd oefenprogramma om je kracht, uithoudingsvermogen en metabolisme te vergroten. Als je het moeilijk in je eentje kan opbrengen, sluit je dan aan bij een groep.

Begeleidings- of steungroepen kunnen ook ongezonde triggers identificeren en helpen om eventuele angsten, depressies of emotionele eetproblemen het hoofd te bieden.

Wanneer dien je een arts te raadplegen?

Heb je een BMI dat tussen 25 en 30 ligt, of hoger, dan is het beter om je te laten begeleiden door een arts. In de eerste plaats zal je arts ziekten opsporen die een gevolg zijn van of geassocieerd zijn met overgewicht.

Ga ook langs bij jouw huisarts als:

  • Je regelmatig vreetbuien hebt;
  • Je vaak kampt met stress of angsten waardoor je gaat eten;
  • Je lichamelijke of psychische gevolgen ondervindt.

Wat kan jouw apotheker voor je doen?

Indien je medicijnen voor gewichtsverlies voorgeschreven kreeg van je huisarts, dan kan jouw apotheker je uitleggen hoe deze werken. Meestal verhinderen ze de absorptie van vet of onderdrukken ze de eetlust. Deze medicijnen kunnen vervelende bijwerkingen hebben. Bijvoorbeeld vette en frequente stoelgang, verlies van stoelgang en winderigheid. Langdurige inname kan een tekort aan vet oplosbare vitaminen veroorzaken.

Je kan bij je apotheker terecht voor vervangmaaltijden die passen binnen een laag caloriedieet. De gewone maaltijden worden dan ingeruild voor shakes, pudding en repen. Daarbuiten mag je niets meer eten. Dit soort dieet is heel strikt en mag je maximaal 8 à 12 weken volgen. Indien je diabetespatiënt bent, is er gevaar voor een te lage bloedsuiker. Laat je daarom steeds goed begeleiden.

Deel dit artikel:

Facebook
LinkedIn
WhatsApp

Dit vind je misschien ook leuk: